De Transfăgărășan-route

16 september 2019: Săliște – Carta – Burlusi 213 km

Volgens de reisplanning is Cârța de volgende tussenstop. Een route uitstippelen is één ding, ze volgen wat anders. De rit begint alleszins volgens het originele draaiboek. Ik rijd naar Cârța en installeer me op de locale camping. Op de receptie is niemand aanwezig. Een bordje vermeld dat er om 16.00 uur pas iemand komt. Ik volg de instructies op, zoek een plekje en sluit me alvast aan op het elektriciteitsnetwerk. Daarna ben ik weg.

Het cisterciënzer klooster in het centrum is het doel. De orde ontstaat in de 11de eeuw in Frankrijk en verspreidt zich later in Europa. Het enige klooster in Roemenië van  deze strekking staat in Cârța.  Van het gebouw resten alleen nog de ruïnes en deze zijn open voor bezoekers. Om er effectief binnen te geraken, moet je eerst de sleutel van de poort veroveren. Het lijkt een beetje op een zoektocht van de jeugdbeweging.

Op een bord aan de ingang staan 2 mogelijkheden: De “parish office” of de “info-kiosk”. De 2de optie ligt vlakbij. Ook hier is niemand thuis. Op de gesloten poort van de info-kiosk staat enkel informatie in het Roemeens. Ik probeer de Google Translate-app erop los te laten, maar dat brengt niet veel soelaas. Aan de overkant van de straat staan 2 vrouwen te kletsen. Als ik de zoektocht naar de “parish office” wil starten, komt een van hen naar me toe en laat me binnen. In plaats van een prijs voor mijn speurwerk, volgt de rekening. Een bezoek aan de restanten van het klooster kost 5 Roemeense leu (RON). Dit komt overeen met 1 €. Het portaal en enkele muren van het oorspronkelijke gebouw staan nog recht. Op het binnenhof is een begraafplaats voor lokale soldaten die in de eerste wereldoorlog hebben gevochten. De sterfdata op de graven zijn allemaal dezelfde, 30 september 1916.

Bij de terugkeer op de camping is er nog steeds niemand aanwezig op de receptie. In het slapende dorpje valt niet zoveel te beleven. Er zijn geen terrasjes, winkels of restaurantjes in de buurt. Ik wil graag nog wat actie ondernemen en besluit om op te krassen.

De Transfăgărășan autoweg of kortweg de DN7C is de volgende etappe op de reisplanning. Het is een spectaculaire 90 km lange bergweg door het Făgărășangebergte, die de steden Sibiu en Pitesti verbindt. De Transfăgărășan is inmiddels een hype die iedereen moet gereden hebben. De weg bestaat uit een wirwar van haarspeldbochten, viaducten en enkele tunnels. Het belooft een spannende rit te worden. De bergpas is meestal gesloten van oktober tot begin juni omwille van de sneeuw en soms ook gedurende andere maanden naargelang de weersomstandigheden.

De klimtocht begint in het dorp Cartisoara, nabij Sibiu. Pas na kilometer 7 beginnen de eerste haarspeldbochten. Regelmatig stoppen om van het uitzicht te genieten is een must. De rijbaan slingert zich door het prachtige Bâlea natuurgebied.

Helemaal bovenaan, op een hoogte van 2042 m bevindt zich de onverlichte Bâlea tunnel. Die is maar liefst 1 km lang. Het is de hoogste en waarschijnlijk donkerste tunnel van Roemenië. De tunnel schrikt nog het meest af. Ik neem me voor om er stapvoets door te rijden en me niks aan te trekken van eventuele volgers. De snelheidslimiet ligt op 30 km per uur. Iedereen rijdt er traag doorheen. Oef!

Zowel tijdens de beklimming als tijdens de afdaling is het oppassen geblazen voor onverwachte hindernissen. De bergpas wordt bewoond door wilde dieren die onverwacht op de weg kunnen springen. Ook de tamme dieren zijn vandaag massaal van de partij.

Het panoramisch hoogtepunt tijdens de afdaling is de Vidraru Dam. Het is een populaire bestemming voor Roemeense toeristen. Op het reusachtige meer bij de dam worden boot- en vistochten georganiseerd. Echte avonturiers kunnen bungeejumpen vanaf de 166 m hoge dam. Er zijn geen waaghalzen te bespeuren.

De Transfăgărășan-route neemt 4 uur tijd in beslag, inclusief tussenstops. Vannacht slaap ik op Camping Dragoske (http://dragoske.xhost.ro/engleza/acasa_ro.html) in Burlusi. Ik heb alleen fut om te eten, niet om te koken. Gelukkig mag ik mee aanschuiven aan de barbecue tegen een kleine vergoeding.