17 juli 2024: Trakošćan – Đakovo 340 km
De kennismaking met het stadje Đakovo in centraal Slavonië draait uit op een leuke verrassing. De belangrijkste reden om naar Đakovo af te zakken zijn de Lipizzaner paarden van de beroemde staatsstoeterij “State Stud Farm Đakovo” (https://ergela-djakovo.hr/en/), opgericht in 1506. Het vermoeden bestaat dat er al langer paarden gefokt werden, maar in 1506 verscheen het eerste schriftelijke bewijs daarvan. De stoeterij werd gesticht door de bisschoppen van Bosnië en Đakovo op de landerijen die ze gekregen hadden van de Hongaarse koning Koloman in 1239. Daarmee is het een van de oudste, nog bestaande paardenfokkerijen in Europa. Tot 1806 fokte men alleen Arabische paarden. Toen Napoleon het land binnenviel vluchtte de stoeterij met driehonderd paarden naar het landgoed van de bisschop in Vitika. Daar verbleven ze meer dan een jaar. Na hun terugkeer werden er drie Lipizzaner fokhengsten geïntroduceerd. Halverwege de negentiende eeuw werd de overstap gemaakt om uitsluitend te werken met Lipizzaner paarden. Aan het begin van de twintigste eeuw hadden de bisschoppen het nog steeds voor het zeggen op de paardenfokkerij. Bisschop Ivan Krapac besliste om een tweede paardenboerderij te bouwen, net buiten Đakovo. Deze locatie werd naar hem vernoemd en heet tot op de dag van vandaag Ivandvor. Na de Tweede Wereldoorlog werd de State Stud Farm genationaliseerd en sindsdien is het staatseigendom.
Als bezoeker kan je zowel binnenlopen bij het Stallion Station als bij Ivandvor aan de rand van Đakovo. Het Stallion Station bevindt zich bijna in het centrum van Đakovo. Je kan er parkeren met de camper en gewoon binnenstappen voor een drankje met zicht op de manege. Er is een souvenirwinkel om een aandenken te kopen of om vragen te stellen. Als je geluk hebt zijn er voorstellingen of wedstrijden. Een rondleiding met een gids, moet op voorhand gereserveerd worden via de website. Stallion Station is de plaats waar de hengsten oefenen in verschillende disciplines zoals dressuur en twee- of vierspantrainingen. Tijdens de Olympische Spelen van Duitsland in 1972 namen de Lipizzaners van Đakovo met een vierspanwagen deel aan de openingsceremonie. De sierlijkheid van de dieren maakte zoveel indruk op koningin Elizabeth II dat ze prompt met heel haar entourage een bezoek bracht aan de stoeterijen. Dat was een belangrijke erkenning voor Đakovo waar ze nog steeds trots op zijn. In Ivandvor worden de merries en de veulens ondergebracht zodat ze in een rustige omgeving kunnen opgroeien tot de leeftijd van drie jaar. Ook hier kan je gewoon parkeren en overal rondlopen. De paarden aanraken of eten geven is verboden.


Na mijn bezoek aan de stallen bij het centrum, is het tijd om de stad verkennen. Đakovo telt bijna 30.000 inwoners. Het centrum is klein en de mooiste gebouwen bevinden zich op loopafstand van elkaar. Het paradepaardje van Đakovo is ongetwijfeld de Sint-Pieters kathedraal, die meteen de grootste van Kroatië is. De kathedraal werd gebouwd tussen 1866 en 1882. Het was een van de vele realisaties van bisschop Josip Juraj Strossmayer tijdens de 55 jaar dat hij bisschop was. Het duurde vier jaar lang om de kathedraal in rode baksteen op te trekken en daarna besteedde men nog eens twaalf jaar om het interieur te versieren. Er zijn maar liefst zeven altaren, talrijke fresco’s, schilderijen en heiligenbeelden, al heb ik die niet allemaal gevonden. Het resultaat mag gezien worden. Ik zag zelden een kerk die zo mooi is. Bisschop Strossmayer kreeg veel erkenning voor zijn realisaties in Đakovo. Naast het bouwen van infrastructuur ijverde hij voor vrouwenrechten en pleitte hij voor toenadering tussen de verschillende religieuze strekkingen. In het gele pand aan de rechterkant naast het kerkgebouw is een museum, gewijd aan het leven van de bisschop.


Het witte gebouw aan de linkerkant van de kerk is het voormalige bisschoppelijk paleis. De bisschoppen wonen al sinds de dertiende eeuw in de stad en het is nog steeds de bisschoppelijke zetel van het aartsbisdom Đakovo-Osijek. In 1536 werd de stad bijna honderdvijftig jaar lang bezet door de Ottomanen. Dat was een donkere periode voor de katholieke kerk. Bijna alle kerken werden gesloopt en er kwamen moskeeën in de plaats. Op het einde van de zeventiende eeuw keerden de bisschoppen terug en vanaf dan werd de stad pas echt opgebouwd. Het barokke pand van de bisschoppen dateert uit de eerste helft van de achttiende eeuw. Het bisschoppelijk paleis is nog in zeer goede staat. Het werd gerenoveerd volgens de traditionele bouwmethodes. De vroegere bisschoppelijke tuinen vormen nu het stadspark. Onder de hoge bomen zoeken de inwoners verkoeling tijdens hete zomerdagen.

Het kleine centrum van Đakovo is autovrij. De grootste wandelstraat Ulica Ivana Pavla begint bij het zittende standbeeld van Luka Botić in de buurt van de kathedraal. De man werkte een tijdlang als ambtenaar aan de zijde van bisschop Josip Juraj Strossmayer, maar omdat hij weigerde om trouw te zweren aan de keizer kreeg hij zijn ontslag. Later werd hij bekend als dichter en grondlegger van de Kroatische liefdesliederen. In de straat vind je souvenirwinkels, restaurants en cafés met terrassen. Op de meeste daarvan kan je lekker afkoelen omdat er verfrissende waterdamp verneveld wordt.


De voormalige Ibrahim Pasha moskee ligt aan de andere kant van de autovrije straat. Zoek niet naar een moskee. Na het vertrek van de Ottomanen op het einde van de zeventiende eeuw, werd de moskee omgebouwd tot een katholieke kerk. Aan het interieur kan je nog steeds zien dat het ooit een moskee was. Het gebouw zelf ziet er tegenwoordig uit als een gewone kerk.

Om het stadsbezoek af te sluiten volgt er nog een bezoek aan Vinoteka Bačva in de Matija Gupka-straat. Jammer genoeg moet ik nog een camper besturen. Wijn proeven is geen goed idee. Helemaal ontsnappen lukt nooit in deze contreien. Het wordt een heel klein slokje rakija…

