Rondrit door Limousin

23 december 2020: Oradour-sur-Glanes – Fourcès 279 km

Op het frivole geluid van radio France Bleu Limousin (102,3) zet ik mijn weg verder. Op deze zender wordt niet alleen oeverloos gepalaverd maar klinkt af en toe ook muziek door de luidsprekers. Franse chansons worden afgewisseld met iets modernere muziekgenres. De vrolijke melodieën staan in schril contrast met de donkere wolken aan het begin van de dag. Het blijft een heel stuk van de voormiddag somber en af en toe vallen er wat regendruppels. Het radiogeluid fleurt de rit door de regio enigszins op. De Limousin ligt in midden Frankrijk en bestaat uit 3 departementen: Corrèze, Haute-Viennes en Creuze. Het is de meest landelijke streek van het land. Het is de ideale omgeving om af te wijken van de reguliere autowegen. Op de talrijke, langgerekte, smalle en kronkelige landwegen kan je kilometers rijden zonder iemand tegen te komen, op een landbouwvoertuig na. Grote steden vind je hier niet, mooie dorpjes wel.

Na de eerste 100 km komt de zon tevoorschijn. Dat nodigt uit om af en toe te stoppen en te genieten van wat er onderweg te zien is. Soms ben ik net te laat, zoals in Gontaud-de-Nogaret. In het voorbijrijden zie ik in een flits een kasteel, een overdekte markthal en een aantal charmante oude huizen. Dat is het sein om terug te draaien en parking te zoeken. Café du Centre staat te koop. Er is nog wat werk aan de winkel voor de eerste pint kan getapt worden.

Mijn volgende stop is het stadje Tonneins aan de oevers van de Garonne. De stad had te lijden onder de 100-jarige oorlog tussen de koning van Engeland en de koning van Frankrijk. Vermoedelijk zijn er her en der restanten van deze historie terug te vinden in het centrum. Ik stop enkel om het mooie uitzicht vanop de brug te vereeuwigen.

In Fourcèt, een kleine vestingsplaats houd ik het voor bekeken. Het is een bijzonder dorp omdat het een ronde vorm heeft. De prachtige oude woningen zijn in enkele rijen achter elkaar rondom het dorpsplein opgetrokken. De bewoonbare ruimtes van de huizen liggen allemaal op de eerste verdieping. De grote schuldige is de Auzoue rivier die in het verleden voor iets te veel overstromingen zorgde. Fourcès staat terecht op de lijst van allermooiste dorpen in Frankrijk. In de zomer komen toeristen vaak de brocante markt bezoeken.

Fourcès heeft een eigen camperplaats vlakbij het centrale plein aan een parkje met speeltuin voor de allerkleinsten. Het heeft de toepasselijke naam Aire Municipale. Volgens de Campercontact app is de plek heel het jaar door geopend voor campers. Dat klopt niet. De toegang is afgesloten met blokken. Ik zet me noodgedwongen op de autoparking die aan het kampeerveld grenst. Vanop deze plek is het elektriciteitsnetwerk bereikbaar. De kostprijs is 7€. Een voorbijganger vertelt me in een langgerekte zin dat de camperplaatsen in de winter gesloten zijn, dat ik me daar hoegenaamd niks van moet aantrekken en dat betalen overbodig is. Dat is mooi meegenomen. Hopelijk denken de plaatselijke Franse gendarmes daar net hetzelfde over.