27 mei 2019: Kazanlak – Obzor 267 km
Een van de belangrijke bezienswaardigheden in Kazanlak is de Thracische graftombe. Deze ligt op een heuvel in het Tyulbetopark aan de rand van het centrum. De restanten van het originele graf zijn weliswaar zichtbaar, maar betreden is verboden.
Iets verderop is een exacte kopie gemaakt van de graftombe die wel toegankelijk is voor bezoekers. Omdat er niemand in het kleine museum aanwezig is, krijg ik een persoonlijke gids. Dat is een meevaller. De man is begeesterd door de geschiedenis van de Thraciërs en spreekt bovendien vlot Engels. De Thraciërs bewoonden Zuid-Rusland, Roemenië, Bulgarije en Noord-Griekenland. Het was een verdeeld volk dat vaak onderling strijd leverde, maar anderzijds ook beroemd om hun goudsmeedkunst. In de graftombe van Kazanlak werden fijne gouden kunstwerkjes teruggevonden en 2 lichamen: een man en een vrouw. Als de man overleed, mocht zijn lievelingsvrouw mee naar het hiernamaals. Dat klinkt gruwelijk, maar indertijd was het een eer. Sterven was bij de Thraciërs een blije gebeurtenis. De gids vertelt dat de authentieke graftombe niet kan bezocht worden omdat de mooie kleuren van de tekeningen binnen de kortste keren zouden verloren gaan. Mijn bezoek duurt meer dan een uur. De man probeert me te overhalen om langer in Kazanlak te blijven om de regio beter te verkennen. Ten noordwesten van Kazanlak ligt de Vallei van de Thracische koningen waar ongeveer 1500 Thracische graven liggen. Verder is er een etnologisch museum dat nog meer schatten bevat en het rozenmuzeum. Maar de laatste zin van de gids is zonder dat hij het weet een uitschuiver. Hij zegt dat het de komende dagen opnieuw gaat regenen. Wegwezen dus!
Ik volg de zon en die schijnt momenteel aan de zwarte zee. Mijn volgende bestemming is Obzor. Die ligt 4 uur verwijderd van de huidige locatie, althans volgens de alwetende GPS. Voor het eerst zie ik onderweg “appelsienenmeisjes”. Zo noemde Andy de eenzame, schaars geklede dames onderweg. Maar ook vandaag zijn er geen sinaasappels te bespeuren. Waarschijnlijk zijn ze net uitverkocht. Tot 65 km voor aankomst gaat alles vlot. Dan moet ik weer een bergpasje over. De berg is niet al te hoog en de weg is zowaar breed genoeg. Er zijn zelfs geen spannende haarspeldbochten. Maar de hobbels en putten zijn weer massaal aanwezig. Er is geen tijd om te genieten van de mooie omgeving. Af en toe stoppen kan wel. Het vergt veel concentratie om alle kuilen te ontwijken. De laatste 65 km duren 2 uur.
Ik overnacht op Camping Zora (https://www.zora-ob.com/en/camping-zora) in Obzor. Het terrein ligt op 2 minuten lopen van het strand. Om eens lekker uit te waaien en de tijdrovende rit af te schudden, maak ik meteen een lange strandwandeling. Hierbij doe ik een vreemde ontdekking: de zwarte zee is helemaal niet zwart!

Wat een verhaal. Mooi om te lezen. Geniet er maar van ginder aan de mooie blauwe zwarte zee.
May
LikeGeliked door 1 persoon