1 november 2019: Mataruska Banja – Blagaj (Bosnië-Herzegovina) 402 km
Om 7.00 uur ben ik al op de baan. De GPS geeft 7 uur rijtijd aan naar Mostar, maar ik heb zo’n lichtblauw vermoeden dat het langer duurt. Er zijn geen autosnelwegen en dat kan voor verrassingen zorgen. Servië verlaten is hetzelfde als Servië binnenrijden. Het is één grote verkeersellende. Overal zijn er wegenwerken en waar er niet gewerkt wordt, is het wegdek meestal in erbarmelijke staat. De goed berijdbare stukken zijn op een hand te tellen. Bovendien moet ik tal van donkere tunnels doorkruisen en dat is niet mijn favoriete bezigheid. 150 langzame kilometers duurt het om het land te verlaten. Geduld is in Servië een schone deugd. Gelukkig is het Servische herfstlandschap mooi.
Na een snelle grensovergang ter hoogte van Donje Vardiste, verloopt het verkeer ineens een pak vlotter. De wegen in Bosnië zijn in betere staat. Het rijden gaat plots vooruit. Er is voldoende tijd voor een korte tussenstop in Višegrad. De brug over rivier de Drina is een uniek bouwwerk en staat op de UNESCO werelderfgoedlijst sinds 2007. Het is tijd voor een fotoshoot.
De eerste 100 km in Bosnië gaan verrassend snel vooruit. Dan krijgt de fameuze GPS grillen. Hij stuurt me onverwacht naar links over een aardeweg. Ik laat me niet vangen en rijd gewoon rechtdoor. Na een herberekening van de route is het nog 18 km rechtdoor. Ik zit safe, althans dat denk ik. Na 18 km gaat het richting Kalinovik over de M18. Het is een mooie bergpas met goed berijdbare wegen, tenminste tot de laatste kilometers. Het verharde wegdek is plots weg en er volgen nog 5 km off-road. Dat valt in eerste instantie mee. De GPS is kennelijk niet op de hoogte dat ik niet over een terreinwagen beschik. Na de eerste 5 km volgen er nog eens 28. Ik twijfel, maar ga door ondanks een bordje “sneeuwkettingen verplicht vanaf 15 oktober”. De zon schijnt. Er kan niets gebeuren. Er volgt een off-road bergpas zoals ik nog nooit eentje overwonnen heb. Het stijgingspercentage is om en bij 12 %. Het landschap is imposant, maar de weg is smal en krakkemikkig. De afgrond naast me is bij momenten erg diep.
Het is duidelijk dat het pad vaak bereden wordt, maar ik zie de eerste 15 km geen enkel voertuig. Dan komt er een grote truck uit tegenovergestelde richting en er is absoluut niet voldoende plaats voor 2 voertuigen.
Het is overduidelijk dat ik achteruit moet. De vrachtwagen kan geen kant op. De weg is smal en aan mijn rechterzijde is een diepe afgrond. De vrachtwagenchauffeur ziet me wellicht bibberen vanop afstand. Hij stapt uit en biedt aan om het busje achteruit te rijden. Ik zie geen andere optie en ben onmiddellijk akkoord. De man rijdt gezwind 500 meter achteruit en parkeert de camper op de rand van de afgrond. Ter afscheid geeft hij me een bemoedigend schouderklopje om vervolgens terug naar zijn truck te lopen. Even later rijdt hij centimeters naast me door. Het probleem is opgelost in enkele minuten, maar ik bibber nog wat langer na.
Na de voorgeschreven 28 km is het off-road verhaal nog niet gedaan. Er komen nog enkele onverharde kilometers bij. De GPS toont ondertussen wel tekenen van een bewoonde wereld. Gelukkig maar, want deze route kost me 2 uur extra rijtijd. De zonsondergang is ingezet en er zijn nog 40 km te gaan. Dat betekent voortmaken.
Na een rit van 10 uur, net voor het donker, arriveer ik op Camping Mali Wimbledon (http://www.campingmostar.ba/) in Blagaj. Op deze camping ben ik al enkele keren geweest en Ibro en Badema wachten me op met een glaasje wijn. Dat doet deugd na zo’n spannende rit. Badema heeft bovendien groene vingers. Andy’s Pepper staat hier volgend jaar gegarandeerd te pronken. Morgen bezoek ik Mostar. De stad wordt in deze tijd van het jaar niet overspoeld door toeristen en daar profiteer ik van.

Waauw Ingrid, je maakt wat mee. Ik krijg het gewoon warm van je avontuur. En dat in je eentje. Hoed 👍
LikeGeliked door 1 persoon
De mooiste avonturen komen per ongeluk.😳
LikeGeliked door 1 persoon