Sevilla en Flamenco

3 februari 2020: Sevilla – Sevilla 0 km

Het is zomers weer en het wordt tijd om de shorts en t-shirts van stal te halen. De ochtenden zijn een beetje frisser. Ik wacht tot 11 uur om op de bus naar Sevilla te stappen in een heerlijk zonnetje.

Sevilla telt 11 districten. Eén daarvan is de Triana wijk. Deze buurt ligt aan de andere kant van het historisch centrum, aan de oevers van de rivier de Guadalquivir. De stadswijk is bereikbaar door de Puente de Triana over te steken. Dit is de oudste ijzeren brug van Spanje. Het bouwwerk werd tussen 1845 en 1852 opgericht.

Aan de andere kant van de brug bereik ik meteen de overdekte markt van Triana. Deze typische Spaanse Mercado herbergt tal van kramen met bloemen, souvenirs, kruiden, ambachtelijke vleeswaren, vis en verse groenten. De markt telt ook een aantal bars en restaurants. Honger hebben, hoeft niet. Veel stalletjes bieden uiteenlopende snacks aan. Ik kies voor empanadas met zalm en kaas in een frietzakje. Het is eenvoudig te hanteren en ondertussen kan ik rustig verder lopen.

Onder de markt zijn de resten van het kasteel San Jorge verborgen. In de markthal zijn een aantal overblijfselen zichtbaar bij de zijmuren. Het kasteel stamt uit de 12de eeuw en was het hoofdkwartier van de Spaanse Inquisitie. Wie zich niet tot het katholicisme bekeerde, werd hier zonder pardon in de rivier gedumpt. Een gedeelte van het kasteel wordt nog gebruikt als museum en toeristische dienst.

De Triana wijk is van oudsher een zigeunerwijk, al is die bevolkingsgroep sinds 1970 niet meer welkom. De buurt staat symbool voor de volkswijk waar beroemde Flamenco danseressen en bekende toreadors werden geboren. In de wijk woonden ook zeevaarders en keramiek kunstenaars. De buitenwijk is tegenwoordig een mix van oude en nieuwe winkeltjes, levendige terrassen, tapasbars en Flamenco theaters waar ’s avonds dansvoorstellingen doorgaan.

Ik wil meer weten over de geschiedenis van de Flamenco. Cristina Hoyos, een van de beroemdste Spaanse Flamenco danseressen opende in 2006 een museum dat aan de Spaanse dansstijl gewijd is.

Vreemd genoeg ligt het Museo del Baile Flamenco buiten de Triana wijk. Het is gevestigd in een 18de eeuws gebouw in de buurt van het historisch centrum. ’s Avonds worden er Flamenco shows gegeven. Ik bezoek enkel het museum. Inkomtickets kosten 10 €.

De eerste verdieping is gewijd aan een interactieve tentoonstelling met veel high-tech schermen die informatie geven over de geschiedenis van de dansstijl en de evolutie van straatdans naar kunstvorm. Er zijn verscheidene kunstwerken te bewonderen en een kleine zaal is gewijd aan de typische klederdracht.

Het museum eindigt bij de uitgang met een souvenirwinkel, waar kleine gadgets aan te dure prijzen verkocht worden.

Het Museo del Baile Flamenco is een klein museum dat me enigszins teleurstelt. De toegangsprijs is te hoog voor wat het is. Ter vergelijking, een bezoek aan de koninklijke paleizen van Real Alcázar kost 11,5 € en je bent er enkele uren zoet. Het is mogelijk om een rondleiding in het Flamenco museum te koppelen aan een avondvoorstelling. Dat lijkt me een leuke combinatie. Ik ben niet op de hoogte van de kostprijs.

Het is tijd om Sevilla te verlaten. Het is onmogelijk om deze boeiende stad in 3 dagen te bezichtigen. Dat is een goede reden om nog eens terug te komen. Morgen zak ik enkele dagen af naar de kust om een beetje rust op te zoeken. Hopelijk blijft het bikiniweer, zoals vandaag.